Nuttige info, plezante dingen, serieuze dingen, … over ons

De geschiedenis van Sinterklaas

Inleiding

Er gaan veel geruchten rond over Sinterklaas en zijn gevolg. Sommigen hiervan zijn niet correct. Hoe oud in Sinterklaas eigenlijk, is Zwarte Piet echt zwart, … In dit artikel willen we de puntjes op de “i” zetten. Bovendien willen we extra informatie geven die een beter inzicht geeft in wie Sinterklaas was en is.

Het “echte” leven van Sint Nicolaas

Sint-Nicolaas werd in 270 geboren in Pataras (Klein-Azië). Hij stierf als bisschop Nicolaas van Myra op 6 december rond het jaar 340 in Myra, het huidige Izmir. Hoewel Izmir vandaag in Turkije ligt, was het in die tijd een deel van Griekenland. Sint Nicolaas sprak ook grieks. Eigenlijk was hij dus geen Turk, zoals nu algemeen wordt aangenomen, maar een Griek! De echte naam van Nicolaas is Ninos Laos. Toen hij bisschop werd veranderde hij dat in Nicolaas. Dat komt uit het Grieks: Nike = winnen en Laos = volk. Nicolaas wilde dat de arme mensen (het volk) het zouden winnen van de rijke mensen die aan de macht waren.
Nog in oude spelling…
In de elfde eeuw werd Myra veroverd door Turkse moslims. Zij waren geen Christenen en vereerden Sint-Nicolaas dus niet. Christenen mochten niet meer naar zijn graf toe om er te bidden. Zevenentachtig dappere zeelieden uit Bari (in Italië) besloten hier iets aan te doen. Met drie schepen vertrokken zij naar Myra. Daar braken zij het graf van Sint-Nicolaas open. Ze namen zijn lichaam mee naar hun eigen stad en begroeven het in een mooi nieuw graf in een kerk die speciaal voor Sint-Nicolaas was gebouwd.

Legendes

De legenden over deze Sinterklaas zijn onuitputtelijk. Oudere lezers kennen ongetwijfeld de verhalen van de drie ingepekelde kinderen die Sinterklaas tot leven wekte. Een kwade herbergier had de jongens in stukjes gehakt en in een pekelton gestopt. Toevallig kwam Nicolaas langs en bracht de jongens weer tot leven. Op één van zijn reizen ontmoette Sint Nicolaas een vader, die voor zijn drie mooie dochters geen bruidsschat kon betalen. Dit betekende dat zij niet konden trouwen. Sint Nicolaas besloot te helpen. Hij gooide drie nachten achter elkaar zakken met gouden munten door het open raam van de slaapkamer van de dochters. Iedere dochter had nu een bruidsschat en kon dus trouwen.
De bekendste legende
En dan zijn er nog de drie schipbreukelingen die hij net wist op te vissen en de drie soldaten – bij keizer Constantijn ten onrechte aangeklaagd – die hij onder zijn bescherming nam. Het cijfer drie is onlosmakelijk met Sinterklaas verbonden. De legenden vertellen dat hij bijna alles drie keer deed. Hij las drie maal dezelfde teksten voor, hij hief steevast drie maal het glas, hij bediende zich tijdens de maaltijden drie keer en… volgens kwatongen mocht de goedheilige man zelfs drie keer vrijen per nacht, want Sinterklaas komt uit een tijd dat het celibaat voor geestelijken nog niet gold. Deze vreemde voorkeur voor het cijfer drie heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat Sinterklaas een groot verdediger van de drievuldigheidsleer was. “Laten we alles doen ter ere van de Vader, van de Zoon en van de Geest,” zijn de enige woorden die van de heilige Nicolaas bewaard bleven.

Door de eeuwen heen

Na de dood van bisschop Nicolaas gingen veel mensen tot hem bidden. Om hulp of om bescherming. Vooral zeelieden, ongehuwde meisjes en kinderen. In zijn leven had hij immers laten zien dat hij hen had geholpen. En wie weet deed hij dat na zijn dood ook nog wel. Zo werd hij de beschermheilige van ongehuwde meisjes en kinderen. De zeelieden vereren hem om het verhaal dat hij matrozen van de verdrinkingsdood had gered. Veel matrozen namen daarom zogenaamde Claesbroodjes mee als ze gingen varen. Wanneer het schip in gevaar kwam, wierpen ze die in het water. Op die manier vroegen ze Nicolaas om hulp.
Op de schimmel
Sinds de 13de eeuw is de viering van Sint-Nicolaas in West-Europa algemeen en is hij de meest aanbeden heilige en patroon (“Sinterklaas patroontje” i.p.v. “Sinterklaas kapoentje”), d.w.z. beschermer van scholieren, huwbare jeugd, kooplieden, zeelieden, reizigers enz. In de middeleeuwen werd er vóór de feestdag van de heilige Nicolaas van Myra uit de arme kinderen van een stad een kinderbisschop gekozen plus assistenten (allen jongens). Deze kregen tot 28 december (de dag van de “Onnozele Kinderen”) voedsel en geschenken, waaronder schoenen. De overige kinderen kregen geld en een vrije dag op 6 december om feest te kunnen vieren. Het oudste bewijs hiervoor is teruggevonden in een middeleeuwse Dordrechtse stadsrekening uit 1360.
Dat doen we nu niet meer…
Later gaat men alle arme kinderen trakteren, wat zich dan langzaam ontwikkelt tot een algemeen volksgebruik, waarin schoeisel als vindplaats van snoep en geschenken een belangrijke rol gaat spelen. Lange tijd was er bij onze noorderburen grote weerstand tegen dit gebruik, met name vanwege de rooms-katholieke elementen. In een aantal werden openbare Sint-vieringen zelfs verboden tot groot protest van de bevolking. Tot de 17de eeuw werd er meer over Sint-Nicolaas gesproken en gezongen. Hij was bijvoorbeeld niet zichtbaar in het straatbeeld en kwam ook niet zomaar op huisbezoek. Hij was eerder een onzichtbare kindervriend, opvoeder en huwelijksmakelaar. Pas rond 1845 treedt hij op in het openbaar, gekleed in zijn bisschopskleren. Nog later wordt hij vergezeld door Zwarte Piet, die de rol van bestraffer en boeman op zich neemt. Daarvoor was het eigenlijk Sinterklaas zélf die met de roe rondliep. Uit deze tijd stammen ook de meeste van de Sinterklaasliedjes (‘Zie ginds komt de stoomboot’ staat bijvoorbeeld in 1851 in de versjesbundel ‘St.-Nicolaas en zijn knecht’ van J. Schenkman).

Symboliek

België en Nederland waren vroeger het grondgebied van de Germanen. Woeste krijgers die al even woeste goden aanbaden. In de middeleeuwen werden deze contreien langzaam maar zeker tot het christendom bekeerd. De bekeerders waren tamelijk sluw door de feestdagen ter ere van de oude, heidense goden zoveel mogelijk te laten samenvloeien met de christelijke feestdagen. Zo namen de christelijke heiligen de plaats in van de oude goden. Het uiterlijk van Sinterklaas stemde grotendeels overeen met Wodan, de oppergod van de Germanen: een oude, strenge en wijze vaderfiguur. Wodan had een lange, witte baard, droeg een wijde mantel en reed met een grote speer in zijn hand op een prachtig wit paard genaamd Sleipnir. Hij beheerste bovendien de kunst om met dit paard door de lucht te vliegen (of over de daken te reizen). Hij werd bijgestaan door zijn trouwe knecht Eckart.
Wodan, oppergod van de Germanen
Er zijn trouwens wel wat sinterklaas tradities die rechtstreeks lijken af te stammen van Germaanse tradities: tijdens het Germaanse zonnewendefeest vroegen jonge meisjes aan Wodan een afbeelding van hun nog onbekende toekomstige geliefde; tegenwoordig zijn dat de speculaaspoppen (‘vrijers’). Het gooien van cadeaus in schoorstenen zou afstammen van Germaanse offerplaatsen (vuurplaatsen). Pakjesavond (de avond van 5 december; in Nederland populairder dan in Vlaanderen) gaat ook terug op voorchristelijke gebruiken: hoe meer geschenken men in het rond strooide (appels, noten, beide herfstelijke symbolen van vruchtbaarheid, vandaar strooiavond), hoe vruchtbaarder het land zou zijn.
Symbolen:
  • Schoorsteen: Verbinding tussen mensen en de ‘bovenwereld’ waar geesten en goden wonen (volgens de Germanen tenminste).
  • Speculaaspoppen: Ook wel ‘Vrijers’ genoemd, kreeg je er één, dan had je een aanbidder. Vroeger afbeeldingen van heiligen of van de Germaanse vruchtbaarheidsgodin Freia.
  • Marsepein: Amandelbrood met Indisch rietsuiker, in de Middeleeuwen als geneesmiddel gebruikt. Het wilde zwijn was een Germaans symbool van de jacht en werd in oude tijden regelmatig geofferd. Nadat de kerk dierenoffers verbood, werd het zwijn vervangen door zijn achterneefje: het marsepeinen varken.
  • Roe: Berkentakken met bamboe of een lint eromheen, symbool van vruchtbaarheid en daarnaast handig om de schoorsteen schoon te maken (wat gezien Piets uiterlijk misschien niet de beste methode is)

Zwarte Piet

Zoals iedereen wel weet werkt Sinterklaas niet alleen: hij wordt vergezeld door een knecht, Zwarte Piet, die de zak met cadeautjes draagt en door de schoorstenen kan kruipen om de pakjes in de schoenen van de kinderen te stoppen. Zijn herkomst is heel vaag: volgens bepaalde legendes was hij oorspronkelijk een demon die door de heilige gedwongen werd om enkel goede daden te verrichten. Zo is er ook het verhaal over Piter, een Ethiopische wees die als slaaf na zijn vrijlating uit dankbaarheid bij de oude bisschop in dienst is gebleven. Een andere verklaring: tijdens de 17de en 18de eeuw vond de Europese adel het heel sjiek om een Moorse knecht of page in dienst te hebben. Kleine Italiaanse jongetjes deden lange tijd in het oude Europa dienst als schoorsteenvegers; ze kropen voor hun werk door de rookkanalen. Hiervoor hadden ze een roe nodig om de schoorsteen schoon te maken en een zak om al dat roet in te verzamelen.
Nog een mogelijkheid is de oorspronkelijke handlanger van Sinterklaas, een bijbelgeleerde die vooral ’s nachts actief was. Omdat Nicolaas en Nicodemus tijdens de nachtelijke avonturentochten niet betrapt wilden worden, gaf Sinterklaas aan het manusje-doet-al de opdracht om zijn gezicht zwart te schilderen, dan zouden kinderen de pieterman (dit is: de knecht) niet herkennen en kon hij, als een duvel uit een doosje, tevoorschijn komen en weer verdwijnen. Ook de knecht van Sinterklaas heeft heel wat evolutie doorstaan. Ook hij was in het begin niet de brave deugniet die hij nu is, maar diegene die de kinderen strafte (met de roe) en in de zak stak.

Internationaal

In sommige landen heeft Sint zeer naaste familieleden aan het werk gezet. Het Duitse Oost-Friesland wordt bezocht door Sunnerklas en Ruprecht, en in Oostenrijk en Rome verschijnen angstaanjagende zwarte Klazen. In Oostenrijk heet hij Krampus, een griezelig heerschap met een bontjas en een duivelsmasker met een lange, rode tong. Krampus heeft een rieten mand bij zich waar hij vroeger stoute kindjes in stopte, nu is de mand alleen nog met snoep gevuld. In Nederland, en met name op de waddeneilanden komen nog ‘Sunderklazen’ voor: luidruchtige jongelui, onherkenbaar vermomd en met verdraaide stemmen. Ze dwalen door de buurt, eten en drinken, jagen kleine kinderen de huizen in en vangen jonge meisjes. Al sinds voorchristelijke tijden rijdt in Scandinavië rond de Kerst de Joelman in een slee met rendieren. Zijn aanwezigheid geeft aan dat mensen in het voorjaar weer heer en meester zullen worden over dieren en gewassen. In het ‘moederland’ van Sinterklaas wordt een soortgelijk kinderfeest gevierd met Driekoningen (los tres reyes magos). Hierbij krijgen kinderen cadeautjes als ze lief zijn en steenkool als ze stout zijn.
In het Duitstalige deel van Zwitserland heet hij St. Nikolaus of “Samichlaus” of “Santiglaus” en zit hij op een ezel. Zwarte Piet heet “Schmutzli”. Er worden rijmpjes opgezegd in plaats van liedjes gezongen en hij komt niet uit Spanje, maar uit het bos.

Sint Maarten

  Op verschillende plaatsen in België (bijvoorbeeld een deel van het Waasland) en op enkele plaatsen in Friesland en Nederlands Limburg wordt Sint-Maarten gevierd in de plaats van Sinterklaas. In bepaalde gevallen is hij zelfs een exacte kopie, pieten incluis. Het feest van Sint-Maarten is echter op 11 november. De naam Sint-Maarten gaat terug op een zekere Martinus van Tours. Martinus werd in het jaar 316 geboren in het huidige Hongarije en opgevoed in de Noord-Italiaanse stad Pavia. Als hij 15 jaar is treedt hij in het voetspoor van zijn vader. Hij meldt zich aan in het leger en wordt tot ridder geslagen. Hij houdt het echter niet lang uit in dit ruwe beroep. Gewonnen voor het christelijk geloof laat hij zich dopen en wordt van zijn ridderplichten ontheven. Vervolgens wordt hij monnik en wijdt hij zich geheel aan de studie in de Schrift.
Zijn omgeving komt onder de indruk van zijn eenvoud en bewogenheid met armen en noodlijdenden. Tegen zijn wil wordt hij in 371 tot bisschop van de Franse plaats Tours gekozen. Dit is de reden waarom hij de geschiedenis is ingegaan als Martinus van Tours. Op 8 november in het jaar 397 sterft hij. Op 11 november wordt hij in Tours begraven. Deze 11de november, de dag van zijn begrafenis dus, is later een feestdag geworden ter ere van de “heilige Martinus”. Het verhaal ging namelijk dat hij, toen hij als jonge ridder de stad Amiens wilde binnen gaan, vlak bij de poort een bedelaar langs de weg zag liggen, gehuld in lompen. In die tijd was het verboden om zonder mantel de stad in te gaan. Omdat de bedelaar geen mantel had, maar wel de stad in wilde, sneed Martinus met zijn zwaard zijn jas doormidden en gaf de helft aan de bedelaar. ’s Nachts verscheen Christus hem in een droom en maakte hem duidelijk dat hij zeer goed had gehandeld. Door de arme te kleden had hij Christus zelf gekleed. Op grond van deze daad en zijn voorbeeldig leven is hij in de 5de eeuw heilig verklaard en is hij als Sint-Martinus (= Sint-Maarten) de geschiedenis ingegaan. Opmerkelijk is dat de stichter van het protestantisme, Maarten Luther, zijn naam heeft te danken aan genoemde Martinus. Luther werd op de 11de november gedoopt en zoals gebruikelijk kreeg hij de naam van de heilige van die dag.

Wist je dat?

  • De uitdrukking “goedheiligman” komt van “goet-hylik man”, wat zoveel betekent als “goed-huwelijks man”, d.w.z. de man die zorgt voor een goed huwelijk. Dit is een verwijzing naar de legende van de drie zusters.
  • In mei 1087 hebben Italiaanse vereerders van de heilige Sint-Nicolaas zijn gebeente van Myra naar het Italiaanse Bari overgebracht. Bari lag destijds in het toenmalige koninkrijk van de Beide Siciliën (in het deel van Napels), waar de latere Keizer Karel V koning zou worden. Zijn zoon Filips II, zou later Spanje, de Nederlanden en de Beide Siciliën erven. Vandaar de verwarring dat Sint-Nicolaas uit Spanje komt. Dit wordt versterkt door het feit dat in vroegere tijden veel luxe artikelen en lekkers uit Spanje kwamen.
  • De Amerikaanse naam voor de kerstman, Santa Claus is een verbastering van Sinterklaas dat via de Nederlandse leenwoorden in het Engels terecht gekomen is. Via de Amerikanen kwam ‘Santa Claus’ weer naar Europa en werd eerst populair in Groot-Brittannië. Later werd hij ook bekend en populair in Duitsland en de Duitstalige gebieden in centraal Europa. Onder invloed van een gigantisch frisdrank concern verandert hij in een goedlachse dikkerd met rendieren en een slee.
  • In Bari ( Italië) kun je flesjes kopen met wonderolie. De olie zou afkomstig zijn uit de botten van Sint-Nicolaas. De olie heeft een geneeskrachtige werking.
  • In Vlaanderen en Nederland zit Sinterklaas doorgaans op een schimmel, maar in Wallonië is het gebruikelijker om hem af te beelden op een ezel.
Bitnami