Nuttige info, plezante dingen, serieuze dingen, … over ons

Nik sprak met…

Of ik een interview wilde afnemen met één van de “oude” Peter Pan leden. Wel, dat zag ik wel zitten. En zo zit ik dus op een zondagavond tegenover één van die leden. Ik kijk hem aan en maak me de bedenking dat ik misschien wel in de toekomst aan het kijken ben. Ziet mijn leven er binnen 30 jaar zo uit? Ik zou het eigenlijk niet eens zo erg vinden! Ik zit namelijk tegenover mijn eigen vader: Ludo Delcroix.

Nik: Dag vader

Lu: Dag zoon

Nik: Jij zit al héél lang bij Peter Pan…

Lu: Dat zal een dikke 50 jaar zijn.

Nik: Wat herinner jij je nog van het prille Peter Pan begin, van de eerste dagen dat Peter Pan bestond?

Lu: Eerst en vooral: ik ben geen stichter van de Peter Pan. Wij waren vroeger in de Chiro (Sam, Sint Amandus) en onze grootste vijand toen was de pastoor. Wij wilden graag nieuwe lokalen, maar die kregen we van hem niet. Op een zeker moment stopten 3 leiders met de Chiro: Pool Ferny, Jan Hellemans en Wim Haazen. Om contact met elkaar te houden gingen deze drie (samen met hun lieven) elke week op café, de Select op het Sint-Jansplein. Het achterliggende idee, was dat zij een soort van oud-leidingwerking gingen creëren en activiteiten gingen organiseren om zo geld in het laatje te brengen om alsnog nieuwe lokalen te kunnen bouwen. Dat is er echter nooit van gekomen, want in hun jeugdige naïviteit dachten ze dat ze met enkele activiteiten wel snel genoeg geld zouden bij elkaar krijgen om een huis te kopen. Dat was dus niet het geval. Maar zij zagen wel dat er in Chiro Sam verschillende kinderen waren van gezinnen die het niet zo breed hadden en waar Sinterklaas nooit kwam. Zo kwamen ze met het idee op de proppen om sommige van die kinderen te bezoeken als Sinterklaas en Zwarte Piet. Ze zijn dan pakken gaan huren, ze legden zelf wat geld bij elkaar, kochten speelgoed en gingen die kinderen bezoeken en wat speelgoed geven. Wat bleek? Ze vonden dat eigenlijk heel plezant om te doen. En het jaar daarna zeiden ze: “We gaan dat nog eens doen. Maar als we dan toch pakken moeten huren, kunnen we evengoed betaalde bezoeken doen om met dat geld dan speelgoed te kopen”. En zo is dat gegroeid, want het jaar erna gingen er weer andere leiders uit de Chiro: eerst Pieter Wouters, daarna Pieter Vanhese en ik, daarna Jaak Van Hoof… Het was dus de bedoeling dat eigenlijk alle oudleiders zich na hun chirocarrière zouden aansluiten bij Peter Pan, de naam die de drie eersten gekozen hadden, naar de volwassene die nooit wilde opgroeien. Maar dat uitbreiden stopte na een tijd omdat ondertussen die Peter Pan bende zeer sterk aan elkaar begon te hangen en anderen er eigenlijk geen interesse meer in hadden. En toen is het pas echt beginnen groeien. Fons Wouters pakte een kameraad mee van bij het leger, Yves Helzen (de eerste Scout bij de Peter Pan) en van één dag spelen en 6 of 8 bezoeken doen, werden het jaar daarop 2 dagen gespeeld en 12 bezoeken gedaan. Een betalend  bezoek kostte in die tijd trouwens 60 frank (1,5 euro) en op relatief korte tijd hadden we ineens 3 ploegen en speelden we al drie of vier dagen. De telefoons van de afspraken kwamen in die tijd bij mij en Guusje toe. En ik bleef maar adressen aanpakken en zo ging het van drie naar vier ploegen, van vier naar vijf,  van vijf naar zes… tot de andere Peter Panners zeiden: “Lu, ge moogt doen wat ge wilt, maar als ge nu nog een extra ploeg plant, kundet allemaal alleen doen, spelen rijden en schminken: Sint, Piet en chauffeur!” Ondertussen hadden we ook al eigen pakken en bleven er medewerkers bijkomen, want om zes ploegen te bemannen heb je wel wat volk nodig. We hebben ook altijd gezegd, dat noch Sint, noch Piet een hele dag én avond mag  spelen. Kwestie van het plezant te blijven houden voor iedereen. En zo geschiedde ….

Nik: Wat vind jij het grootste verschil tussen de allereerste bezoeken 50 jaar geleden en nu?

Lu: Het soort speelgoed dat je geeft is echt iets dat door de jaren heen enorm veranderd is. Ik deed ook bijna altijd het eerste bezoek van het jaar. Dat was een soort van boekenbeurs in een school in Brasschaat. Ik vroeg dan als Sint telkens wat de kindjes graag zouden krijgen en elk jaar was dat iets anders en zo kon ik de trends echt wel goed volgen.

Nik: Ik heb horen vertellen dat Zwarte Piet vroeger niets mocht zeggen?

Lu: De eerste jaren was dit inderdaad echt het geval. Hij mocht hoop en al knikken. Er mochten bijvoorbeeld ook geen vrouwen Zwarte Piet zijn. De eerste vrouwelijke Zwarte Piet, dat heeft zeker 10 jaar geduurd en zelfs toen was dat geen unanieme beslissing binnen de Peter Pan ploeg!

Nik: Het personage van Zwarte Piet is dus véél meer geëvolueerd dan Sinterklaas?

Lu: Klopt. Hij is binnen de Peter Pan relatief snel doorgegroeid van zwijgende bijzit, waar mening kind schrik van had, naar vrolijke helper en vriend van de Sint en de kinderen. We vonden echt dat een Sintbezoek een feest moest zijn. Terwijl de ouders soms echt vroegen om tijdens een bezoek de kinderen op hun plaats te zetten, wilden wij net wanneer de kinderen iets fout deden dit met de mantel der liefde bedekken. Terwijl een stout kind hier vroeger bot op werd aangesproken, proberen wij toch eerder een zachte aanpak. Niet “Je bent een stout kind”, eerder van “Je bent soms wat ondeugend, maar dat ga je in de toekomst niet meer doen …” Dus ook de Sint is zachter geworden.

Nik: Enkele jaren geleden hield de “oude” Peter Pan het voor bekeken. Jij bent echter één van de enigen die de overstap naar de nieuwe ploeg wel maakte, waarom?

Lu: Het was zo dat vroeger, na elke actie de (oude) ploeg bij elkaar kwam en een soort van evaluatievergadering deed. Het eerste wat er toen werd gezegd was: “Oef, ’t is gedaan, het is goed geweest, dit was de laatste keer!”  Maar hoe langer die avond vorderde en er meer gedronken werd, veranderde de stemming en het eindigde meestal met: “Kom, we doen er nog één jaar bij!”  Tot op een zekere keer dat Pieter Wouters zei, “Ik engageer me nog voor vijf jaar, dan moeten we niet elk jaar deze discussie voeren!” En dat kroop zo in de hoofden van iedereen en het aftellen is toen echt begonnen. Ik vond echter dat we er niet zomaar mee konden stoppen. Ten eerste de bezoeken zelf, de kinderen; Ten tweede het geld dat we opbrengen voor de wijkwerkingen en ten derde het plezier dat we hebben om het te doen. Wij, dat zijn alle mensen die meespelen, schminken, rijden, koken, wassen, naaien, … Voor veel mensen is het ook een moment waarop ze voelen dat ze zonder eigenbelang iets doen voor anderen. Als gevolg hebben we toen een vergadering georganiseerd voor alle medewerkers en toen hebben er een deel mensen, waaronder Jan Huybrechts, Mario Brackeva … beslist om een “nieuwe” ploeg te maken. Ze hadden wel graag dat er nog iemand van de “oude” ploeg meedeed, en toen was ik de logische keuze, mede door het feit dat ik nog enthousiast was om door te gaan. De sfeer die er in de oude ploeg heerste was ‘we zullen ze (de nieuwe ploeg) een kans geven, maar na een jaar ligt dat toch op z’n gat. Laat ze het maar een jaar proberen, dan zullen ze wel zien’ … Maar tijdens de actie zelf zei de Jaak al: “Eigenlijk is er niks veranderd, die mannen doen dat zeker zo goed als wij. Ze gebruiken dezelfde filosofie, dezelfde visie als wij. Ze steken er veel tijd in en zijn minstens even enthousiast!”

Nik: Wat is jouw meest memorabele bezoek?

Lu: Het meest memorabele bezoek was met Pool Ferny. We kregen telefoon of Peter Pan niet wilde komen spelen in een huis met geplaatste kinderen: jongeren, maar eigenlijk niet-gelovigen. Ik was chauffeur, Pool Ferny was Sint en Bart Scherpereel Zwarte Piet. De tweede Zwarte Piet weet ik niet (nvdr: De tweede Zwarte Piet was één van de eerste bezoeken van Nik!) Er werd gevraagd of we niet eerst bij de meisjes op bezoek wilden komen; deze zaten op de eerste verdieping. Toen we na dat bezoek beneden kwamen, zei de begeleider dat het misschien beter was om de jongens niet te bezoeken! Wat was er nu gebeurd? De Sint en de Pieten hadden boven enorm veel kabaal gemaakt, gedanst, gesprongen, …  Het was zo veel tumult en rumoer, dat de jongens dachten, dat het er boven héél ruig aan toe was gegaan.  Ze dachten zelfs dat er ruzie was geweest en dat er gevochten was geweest! Dus die jongens waren zo opgedraaid dat de begeleiding het beter achtte om geen bezoek te doen. Dit was echter buiten Sint Ferny gerekend. Hij heeft toen heel dat bezoek een verwijfde Sint neergezet, de “Sint-Jeanet” zoals hij het zelf achteraf noemde. Met uitspraken als “Amaai, gij zij ne schoone jongen, komde gij maar eens op mijne schoot zitten” & “Pakt de staf van de Sint maar eens goed vast” wisten die jongens niet wat hen overkwam en waren ze zo mak als lammetjes! Dat was ongetwijfeld zéér memorabel!

Nik: Toen was je chauffeur. En als Sint?

Lu: Ik moest op Stuivenberg bij een gezin spelen waar bij het binnenkomen het kind des huizes onder tafel kroop. Hij durfde er niet onderuit komen, het hele bezoek lang. Ik heb daar een kwartier gespeeld, ik heb die kleine niet onder de tafel uit gekregen. Bij het buitengaan zei de moeder: “Amaai, dat was een goed bezoek, dat was echt héél héél goed!”. Speciaal was ook in de Zoo van Antwerpen in de prachtige marmeren zaal, daar zit dan 400 man, maar wat een knappe omgeving! Er was ook ooit een bezoek waar ik in de zetel ging zitten tussen 3 kinderen en ik heb eigenlijk toen niets meer moeten zijn dan moderator tussen de drie kinderen. Die waren zo praatvaardig dat die constant aan het praten waren. Dat was eigenlijk een prachtig bezoek. Bij het buitengaan, vroegen ze nog of er tijd was voor een korte fotosessie. Geen probleem! Ik sta zo eventjes met de moeder te praten waarop zij plotseling vraagt: “Sint, ken ik u niet?”. Waarop ik zeg: “Natuurlijk, toen je klein was, heb je nog bij mij op schoot gezeten!” Dat bedoelde ze uiteraard niet, maar ik bleef stoïcijns! Die dame was echter vaste klant op de bank waar ik werkte. Dus de eerstvolgende keer dat zij binnenkwam, vroeg ik haar hoe het bezoek van de Sint was geweest. Haar blik was onbetaalbaar!

Nik: Wat zou je tenslotte nog willen meegeven aan toekomstige Sinten?

Lu: Je moet het ooit gedaan hebben! Het is onbeschrijfelijk; de blik van kindjes van 3, 4 jaar wanneer ze voor Sinterklaas staan. Dat geluk dat daar van afstraalt, daar alleen al zou je het voor moeten doen! Dat is een moment dat je alle kinderen, zelfs diegene die het moeilijk hebben, zo veel geluk kan brengen, dat zij eventjes alles vergeten. Alleen zij en de Sint! Dat is een zalig gevoel dat je dan krijgt!

Nik: Bedankt, papa! Ik onthoud vooral: Peter Pan is begonnen als caféploeg!

Bitnami